De initatiefnemers van de pilot – Agrifirm, FarmPlus en Van Iperen – vervullen als agrarische aan- en verkooporganisaties een essentiële functie ten behoeve van de land- en tuinbouwbedrijven in Nederland. Ze zijn toeleverancier van zaaizaden, meststoffen, biostimulanten en gewasbeschermingsmiddelen. Tevens regelen zij
voor een aantal belangrijke gewassen het vermarkten van de geteelde producten.
De bedrijven vervullen daarmee voor ondernemers in de sector een belangrijke rol in de bedrijfsvoering. De specialisten en adviseurs van de bedrijven werken dagelijks samen met klanten, onderzoeksinstellingen en
andere bedrijven in de sector. Ze bieden een integrale aanpak waarin ze met de teler alle onderdelen van de teelt op elkaar afstemmen voor een optimaal duurzaam resultaat. De drie bedrijven vervullen deze functie naar schatting voor ruim 2/3 van de Nederlandse land- en tuinbouwbedrijven.
Agrifirm, FarmPlus en Van Iperen onderkennen dat zij als toeleverancier en afnemer van de akker- en tuinbouwers via hun eigen erfbetreders een verantwoordelijke en belangrijke adviesrol in de richting van de akker- en tuinbouwers hebben. Daarom willen ze via de pilot de ICM-aanpak in samenwerking met belangrijke maatschappelijke stakeholders conceptueel doorontwikkelen en toetsen in de praktijk voor de belangrijkste teelten in Nederland.
De eindverantwoordelijkheid voor het totale project berust bij de stuurgroep bestaande uit high level vertegenwoordigers van de drie bedrijven (Agrifirm, FarmPlus en Van Iperen). Het project wordt in beginsel aangegaan voor de duur van drie jaar. De stuurgroep beslist jaarlijks op basis van een go/no-go-moment over de voortgang.
De Stuurgroep heeft een projectmanager (Matthé Elema) aangesteld, die stuurt op de samenhang van alle onderdelen van het project en zorgt dat de inhoud van de pilot aansluit bij de verwachtingen in Den Haag en hoe de uitkomsten van de pilot vertaald kunnen worden in beleid. De projectmanager wordt daarbij ondersteund door een projectsecretaris (Rosanne Mulder). De projectmanager legt verantwoording af aan de stuurgroep. De drie bedrijven hebben tevens een inhoudelijk adviseur benoemd die tot taak heeft de deelnemende akkerbouwers en de adviseurs te ondersteunen bij dilemma’s die gedurende de pilot kunnen optreden. De adviseur wordt ook ingeschakeld op het moment dat gewasschade ontstaat als gevolg van beslissingen in het kader van de deelname aan de pilot
Om de pilot succesvol aan te pakken is een kleine projectgroep opgezet alsmede een projectteam per akkerbouwbedrijf (twee in totaal). Het project wordt aangestuurd door de projectgroep waarin de opdrachtgevers vertegenwoordigd zijn samen met de projectleider en de inhoudelijk adviseur. De projectleider voorziet de projectgroep van gevraagde en ongevraagde informatie om op basis daarvan goed geïnformeerd te zijn en besluiten te kunnen nemen.
Per bedrijf fungeert een projectteam, met daarin als leden de deelnemende akkerbouwer, de adviseur(s) van de bedrijven en de adviserend expert vanuit Wageningen University & Research (WUR).
Agrifirm, FarmPlus en Van Iperen vinden het belangrijk de pilot in alle transparantie en in samenwerking
met maatschappelijke organisaties te ontwikkelen. Een adviesraad bestaande uit vertegenwoordigers
van overheden, maatschappelijke organisaties en wetenschap is daarom als onderdeel van het stakeholders engagementsprogramma bij de uitvoering betrokken. Zij bespreken onder andere de voortgang ten aanzien van het doel, duiden nieuwe bevindingen en geven technisch/inhoudelijk advies.
Voor de communicatie is een werkgroep Communicatie ingericht. Deze bestaat naast de projectleider en de stakeholdermanager uit communicatieadviseurs van de drie opdrachtgevers Agrifirm, FarmPlus en Van Iperen.
Het project wordt begeleid en gefaciliteerd door Publieke Zaken. Publieke Zaken regelt het projectmanagement en verzorgt de bureauondersteuning. Daarnaast draagt Publieke Zaken zorg voor de uitvoering van het stakeholdersengagement programma.